De bevrijders tegemoet
Theo van de Voort: Bij het allereerste licht van de ochtend van 24 november 1944 gingen Hanna, Virry Cohen, Nico Dohmen, Curt Löwenstein en de beide Amerikanen op weg richting Oirlo. De dames waren in verpleegstersuniform. Achter elkaar gingen ze over de balk de beek over. Nu liepen ze over het paadje dwars door het open veld in de richting van de boerderij van Herman Cox.
Nauwelijks waren zij Cox voorbij of er begon een heel spektakel. Voor hen op de open vlakte ontplofte de ene granaat na de andere. De dapperen wierpen zich plat op de grond en kropen zo diep mogelijk weg. Ze konden onmogelijk verder komen. Ook in het bos kraakten de granaten open. Dat duurde ruim een half uur. Toen minderde het, maar het hield niet helemaal op. Toch waagden ze een poging om het bos te bereiken. Daar aangekomen hield het vuren op. Plotseling zagen ze, dat donkere schaduwen door het bos slopen. (Vlakbij Roland) Vóór hen hielden enkele van die schaduwen plotseling halt. Het waren de bevrijders, die met het geweer in de aanslag voor hen bleven staan. Toen Nico bekendgemaakt had, wie ze waren en wat ze kwamen doen, werden ze achter de linie gebracht. De lady´s werden getrakteerd op chocolade en de boys kregen rum. Nico vertelde dat er in Tienray geen Duitsers meer waren. Thomas Wilcox en Reginald Mac Neil bevestigden dit verhaal. Toen werden de drie mannen in een auto gezet en zo snel mogelijk naar Deurne gebracht. Ze vernamen dat de bevrijders berichten hadden doorgekregen, waaruit zij hadden afgeleid, dat Tienray zwaar bezet was. De Duitsers zouden zich achter hun tankgracht tot het uiterste verdedigen. Daarom stond men op het punt Tienray onder de bommen te leggen. Men gelastte onmiddellijk deze operatie af.
De bevrijders kwamen uit Melderslo
Op vrijdagavond 24 november 1944 lagen de Duitsers nog langs de Oude Mackayweg, de oude weg naar Melderslo. Er vond een vuurgevecht plaats tussen de Duitsers en een Britse verkenningspatrouille vlak bij het huis van Jan en Netje van Rijswick – Baltussen, Spoorstraat 71. Bij de Britten was een man uit Deurne om contacten te leggen met de mensen in Tienray. Een van de bewoners van het huis ging met een witte vlag naar buiten om aan de Britten duidelijk te maken, dat de Duitsers al vertrokken waren. Pas daarna trokken de eerste tanks van het derde bataljon van de Scots Guards van de vijftiende Schotse divisie en de infanteristen van het tweede bataljon van de Argyll en Sutherland Highlanders onder leiding van D.R. Morgan de overweg over en Tienray binnen.