Dwangarbeid in Duitsland

De verliezen aan Duitse kant waren hoog en daarom moesten de opengevallen plaatsen opgevuld door zowel vrouwen als mannen elders op te pakken. Voor zover bekend werden de razzia’s in onze streek vanaf oktober gehouden. In de oude gemeenten Meerlo en Wanssum kwamen verschillende data voor, die per dorp genoteerd zijn. Het ging in totaal om meer dan tweehonderd personen. Bij deze aantallen moeten ook de ter plaatse opgepakte vluchtelingen worden vermeld. Zij kwamen na de slag om Overloon uit Castenray, Groeningen, Holthees, Maashees, Merselo, Oirlo, Oostrum en Vierlingsbeek, Vortum, Mullem. Het was dubbel zo triest voor de betrokkenen omdat de acties zo kort voor de bevrijding plaats vonden, in het zicht van de haven. De meeste gedeporteerden kwamen pas in mei 1945 weer huis. Genoemde razzia’s werden gehouden door de Fallschirmjäger met het daarbij behorende grondpersoneel. Ook oudere militairen konden dit werk nog wel doen, ze waren eigenlijk overbodig. Deze laatste groep mannen kreeg de naam “Bismarckjugend”. Bij de razzia’s probeerden velen de dans te ontspringen. Zij waren bijna niet meer op straat te vinden, ook het kerkbezoek kwam op een laag pitje te staan. In de schuilkelders kwamen vaak goede toneelspelers vooraan te liggen. Dat waren in dit geval vrouwen met rode bultjes op de rug. Dat zou dan tbc, difterie zijn of een andere besmettelijke ziekte. Een angstaanjagend gekrijs deed de de rest. Succes verzekerd, want de Duitsers waren als de dood voor besmetting. Hieronder staan de gegevens van de zes dorpen in alfabetische volgorde vermeld behorend tot de voormalige gemeenten Meerlo en Wanssum.

Translate »