De evacuatie naar Tienray

Gonnie Niessen – Van Geffen, Spoorstraat: Op 1 november 1944 vonden enkele evacués uit Venray onderdak bij ons in Tienray. Wij kregen ook inkwartiering van vier Duitse militairen waarvan twee goede. In de afgesloten schoenenwinkel lag allerlei oorlogstuig zoals handgranaten.

Toen zuster Verona op 27 oktober terugkwam was in Castenray alles in rep en roer. Iedereen moest direct vertrekken Voor Stientje en de zieken werd een kar beschikbaar gesteld. Zodoende konden zij bijna alles opladen. Ook hadden de zusters nog een kruiwagen bij zich. Niemand had iets gegeten. In de haast had zuster Debora met mevrouw Vollebergh stamppot klaargemaakt en al lopende en staande werd ervan gegeten.
Omdat de Horsterweg zo gevaarlijk was, trokken de zusters op Tienray aan tot de Groote Molenbeek. De brug was stuk, maar de Duitse soldaat wilde met kar en paard door de beek “zwemmen”. Dat leek de zusters veel te gevaarlijk, want er was een sterke stroming. De beek was daar vijf meter breed. De kar werd afgeladen en mensen uit de buurt hielpen. Ze legden balken, puin en een ladder aan elkaar. Er kon telkens één persoon naar de overkant. De dappersten liepen heen en weer en brachten mensen en bagage over. Zuster Hendrina ging bij de zusters om onderdak vragen. In het klooster waren al veel vluchtelingen maar de zusters waren toch welkom.
Ze kregen boven de bibliotheek tot hun beschikking. Negen strozakken en dito kussens lagen vreedzaam naast elkaar op de grond. Het was een hele verbetering voor hen, want ze konden allen liggende slapen! Wat deed dat goed! Hun hele bezit was één strozak, waarvan nog minstens drie of vier andere personen gebruik moesten maakten.
In de nacht van zondag op maandag werden zij wakker gemaakt door de inslag van bommen en granaten. Er waren veel ruiten stuk.
Er was geen drinkwater in huis. Vóór twaalf uur werd het heilig Sacrament ingesteld. De aanbidding in de kapel was zeer gevaarlijk, want er sloegen voortdurend granaten in. Een granaat vloog door het klooster zonder te ontploffen. De blindganger lag bij de kloosterboerderij. (het huidige Dienstencentrum). Het was de laatste oktoberdag.
Meer dan negentig vluchtelingen waren in het klooster. De Britten meenden dat er duizend of meer Duitsers in Tienray waren. Nico Dohmen heeft hen laten weten, dat het er slechts dertig waren. De Britten waren anders van plan geweest om Tienray met bommen te bestoken.
Toen de aanval op 1 november voortduurde, kregen alle aanwezigen de generale absolutie en daarna de heilige communie op de strozak. De aanvallen namen in hevigheid toe. Pastoor Dinckels bad een tientje voor om bijzondere bescherming voor de nacht, die niet veel goeds beloofde. Overdag bad hij een rozenhoedje voor.

Translate »