Op de avond van 5 oktober 1944 had pastoor Eggelen samen met koster Gerard Peters een bord geplaatst bij de ingang van de kerk met het opschrift: Dit monument dateert uit de 14e – 15e eeuw. Onder toezicht van de Rijksmonumentenzorg.
Gerard Peters zei lachend:“Nu zullen ze er hun vingers wel vanaf houden”.
Pastoor Eggelen had de Duitsers ook gevraagd om hem te waarschuwen als ze de kerk zouden laten springen in verband met het grote aantal vluchtelingen. Daar hielden de Duitsers zich later keurig aan.
De kerk werd ondanks bovenstaande tekst door de Duitsers met dynamiet geladen in het bijzijn van de pastoor. Op donderdag 23 november 1944 om 9.10 uur werd de monumentale kerk verwoest.
In de Lambertuskerken in Horst en Swolgen werden ook de schatten uit de kerk gehaald door mensen uit de buurt samen met Duitse militairen. In beide kerken speelde de commandant tijdens die actie op het orgel.
Diezelfde dag werd om 5.00 uur al het transformatorhuisje opgeblazen en om 11.00 uur werd de standaardmolen in brand gestoken.