De veerman van Broekhuizen heeft veel Franse krijgsgevangen de Maas overgezet, vooral tussen 2 en 4 uur in de nacht. Hij vervoerde in de nacht van 02.00 uur tot 04.00 uur gratis veel mensen, die moesten onderduiken voor de Duitsers. De Fransen werden geholpen door de broeders en paters van het klooster Marianhill in Arcen. (Nu Klein Vink).
Waarschijnlijk hebben via deze veerdienst tweeduizend mensen voornamelijk mannen de oversteek gewaagd. De Franse ex krijgsgevangenen moesten het postkantoor in Sevenum proberen te bereikten. Van daaruit ging de tocht naar België. In Tienray kregen deze mannen in boevenpakken eerst burgerkleren. Anselm van de Voort heeft ook regelmatig deze gevaarlijke tocht gemaakt. Hij dronk dan eerst een borreltje in het café van Huberts (Het Oude Tolhuis). Maar ook via Broekhuizen (Sef van Megen Stokt) en pastoor Vullinghs in Grubbenvorst werden deze mannen geholpen.